Everzwijnen of niet...... Een vraag voor de ene, een bekommernis voor de andere.
Het rapport (dat u onderaan kan downloaden) biedt een diepgaande analyse van het beheer van wilde zwijnenpopulaties in Vlaanderen. Het is gebaseerd op enquêtegegevens om de perspectieven en ervaringen van verschillende belanghebbenden zoals boeren, jagers en de overheid te begrijpen. De focus van het rapport ligt op de efficiëntie van communicatie en samenwerking tussen deze belanghebbenden, de waargenomen evolutie van wilde zwijnenpopulaties en de daaruit voortvloeiende schade en de houding van verschillende groepen ten opzichte van de aanwezigheid van wilde zwijnen. Het rapport behandelt ook de acties die gemeenten hebben ondernomen en de mogelijke conflictgebieden die zijn geïdentificeerd.
Inleiding
De laatste vijftien jaar is de everzwijnenpopulatie in bepaalde delen van Vlaanderen aanzienlijk toegenomen. Dit heeft geleid tot diverse uitdagingen zoals schade aan landbouwgewassen en verkeersongevallen. De Vlaamse overheid, via het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), heeft een samenwerkingsbeleid ontwikkeld om deze problemen aan te pakken. Dit beleid omvat een jaarlijks overleg in faunabeheerzones (FBZ's) en wildbeheereenheden (WBE's), waarbij de verschillende belanghebbenden intensief betrokken worden. Dit overleg moet eensgezindheid bereiken over beheerdoelstellingen en maatregelen met betrekking tot everzwijnen op zowel lokaal als hoger niveau.
Methodiek
De analyse is gebaseerd op een bevraging onder verschillende belanghebbenden, uitgevoerd door DataD. De bevraging vond plaats van 11 april 2024 tot 24 april 2024 en richtte zich op de ervaringen en meningen van deze belanghebbenden over het beheer van everzwijnen. De vragenlijst werd online verspreid en de resultaten werden zowel in aantal als kwaliteit geanalyseerd. In totaal waren er 752 respondenten, waarvan 573 de vragenlijst volledig hebben ingevuld.
Belangrijkste bevindingen
Betrokkenheid van belanghebbenden: Ongeveer 67% van de personen die reageerden, gaf aan op de een of andere manier betrokken te zijn bij het beheer van everzwijnen, vooral in de rollen van landbouwer en jager. De meest actieve faunabeheerzones waren FBZ 7 tot en met 10, met FBZ 9 als de zone met het hoogste aantal deelnemers.
Communicatie en samenwerking: Hoewel meer dan 30% van de deelnemers het eens was dat de communicatie binnen hun FBZ open en transparant is, was een kwart het daar niet mee eens. De belangrijkste redenen voor deze onenigheid waren het achterhouden van informatie, tegenstrijdige belangen tussen partijen en vermeende onverschilligheid of gebrek aan samenwerking van bepaalde organisaties.
Waarneming van everzwijnen: 52,1% van de betrokkenen meldde dat ze everzwijnen hadden waargenomen in hun actieve gebieden, voornamelijk in FBZ's 7 tot en met 10. De waargenomen evolutie van de everzwijnenpopulatie neigde naar een toename (41%) met een overeenkomstige toename van landbouwschade (42%).
Attitude ten opzichte van everzwijnen: Slechts 24% van de betrokkenen stond positief tegenover de aanwezigheid van everzwijnen in hun regio, terwijl 55% een negatief beeld had. Landbouwers en landbouworganisaties waren opvallend negatief, terwijl natuurbeschermers overwegend positief waren. Jagers vertoonden een significant minder negatieve houding in vergelijking met landbouwers.
Acties van de gemeente: De meest voorkomende acties van gemeenten met betrekking tot everzwijnen waren het verstrekken van informatie op hun websites (39%) en in nieuwsbrieven (30%) en het opzetten van meldpunten voor inwoners (37% via website, 25% via telefoon en 24% via fysieke balie)[GU1] [GU2] .
Potentieel voor conflict: De analyse onthulde een hoog niveau van conflict tussen betrokkenen met betrekking tot hun houding ten opzichte van de aanwezigheid van everzwijnen. Dit wijst op een aanzienlijke verdeeldheid in meningen over dit onderwerp.
Gebiedsgerichte knelpunten per Faunabeheerzone
Voor elke faunabeheerzone werden specifieke knelpunten geïdentificeerd. Veel voorkomende problemen waren onder andere een gebrek aan goede communicatie, de noodzaak voor betere samenwerking en de wens om nachtzichtapparatuur en geluiddempers toe te staan. In sommige zones werd ook gemeld dat jaarlijkse vergaderingen onnodig zijn vanwege de afwezigheid van everzwijnen.
Conclusie en aanbevelingen
De analyse wijst op verschillende gebieden waar verbetering nodig is zoals het bevorderen van een open communicatie en samenwerking tussen de betrokken partijen en het inzetten van preventieve maatregelen. Daarnaast wordt opgeroepen tot een herziening van de huidige regelgeving om deze beter af te stemmen op de praktijk. Het document vormt een uitgebreide basis voor verdere aanbevelingen en gerichte acties binnen de faunabeheerzones om de uitdagingen rond de everzwijnenpopulatie in Vlaanderen aan te pakken.
De analyse van ANB kan je hier downloaden.
De Bock Michael – Teamverantwoordelijke Team-O
Heb je concrete vragen stel ze gerust aan onze experts via vragen@jllc.be
Wil je graag de handen uit de mouwen steken en participeren in Team-O – michael@jllc.be
Commentaires