Volgens mij is niemand tegen natuur. Misschien zijn er mensen die tegen muggen of vliegen zijn, maar het besef dat natuur ook plaats moet krijgen om te ontwikkelen, staat volgens mij niet ter discussie. Waar en hoe deze natuur zich dient te ontwikkelen, is echter stof voor hoogoplopende ruzies...
In het verleden zijn er verschillende grote akkoorden gesloten met betrekking tot natuur en het behoud ervan. Als jager komen we dit tegen en als boer loop ik hier de laatste tijd ook steeds vaker tegenaan. In een grijs verleden, de vogelrichtlijn is ouder dan ik, werd de achteruitgang van de natuur vanzelfsprekend ook al waargenomen. Men besloot er iets aan te doen. Zo werden grootse akkoorden gesmeed, waarvan de werkelijk toedracht toen nog niet in te schatten was. Wat op het moment van stemming de impact zou zijn geweest bij directe implementatie, dat weet ik niet. Doordat men gewoon op oude voet heeft verder gedaan, zijn deze akkoorden in veel gevallen een dode letter gebleken. De ontwikkeling van de economie, de urbanisatie en de intensivering van de landbouw zorgden ervoor dat het tij niet werd gekeerd. Totdat het groene activisme de kop op stak en via rechtspraak de akkoorden van onder het stof werden gehaald.
Zo is de hele stikstofsaga ook een gevolg van een akkoord uit het begin van deze eeuw. Europa heeft nooit een wetgeving gemaakt omtrent de neerslag van stikstof, maar via rechtspraak heeft de groene lobby geopperd dat de natuur niet in goede staat van instandhouding kan worden gebracht met te veel stikstof die uit de lucht naar beneden valt.
Dit is een van de vele voorbeelden waarin duidelijk wordt dat akkoorden uit lang vervlogen tijden, waar nooit al te veel rekening mee werd gehouden, plots een middel zijn om verdere ontwikkeling tegen te gaan. In dit gesternte heeft men onlangs een nieuw akkoord gestemd: de natuurherstelwet. Eigenlijk komt dit akkoord erop neer dat tegen 2030, 20% van onze ecosystemen in goede staat van instandhouding moet zijn. Tegen 2050 zou dit 90% moeten zijn. Hierin dient wel duidelijk gesteld te worden dat ‘ecosystemen’ een nog veel ruimer begrip is dan ‘natura2000’ gebieden. Hoe dit gerealiseerd kan worden in een regio waarin bijna 500 mensen per vierkante kilometer wonen, is mij een raadsel. Onze lintbebouwing is uniek in de wereld en zelfs de grootste voorvechters van de natuurherstelwet wonen te midden van het ‘groen’.
Ondanks dat 20 van de 27 landen voor dit akkoord stemden, hetgeen in mijn ogen een aanzienlijk aantal is, valt hier wel iets aan te merken op de groene beweging binnen Europa. Zo had een meerderheid binnen de Oostenrijkse regering besloten tegen dit akkoord te stemmen. De groene minister van milieu, Leonore Gewessler, besloot soloslim toch voor de natuurherstelwet te stemmen. Gezien er ook in Oostenrijk een ruk naar rechts te zien was bij de laatste Europese verkiezingen, stemt dit toch tot nadenken. Links heeft de afgelopen campagne continu gewezen op de afbraak van de democratie als extreem-rechts aan de macht komt. In dit licht begrijp ik deze groen-linkse actie dus niet.
Wat uiteindelijk de impact gaat zijn, weet niemand. Men heeft niet gewacht tot er een studie naar het sociaaleconomische effect op het plattenland van de natuurherstelwet afgerond is. Deze jagende boer is benieuwd waar het schip uiteindelijk strandt.
Thomas Linssen
Jagende boer en lid van het nationaal team.
Kommentare